Ooit al eens van ‘Supercompensatie’ gehoord? Wist je dat de meeste blessures voortkomen uit te veel trainen? En dat altijd intensief trainen echt niet goed voor het lijf van je paard is?
Supercompensatie is een term uit de trainingsleer voor het fenomeen dat het lichaam na een inspanning altijd de neiging heeft om zich te herstellen tot een punt boven het oorspronkelijke niveau. Dit geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor paarden.

Dit herstel duurt een paar dagen. Ga je dus te vroeg weer (zwaar) trainen, is het herstel nog niet compleet en zal je met de training niet het gewenste effect bereiken (van het verbeteren van spierkracht of uithoudingsvermogen). De kans op overtraining is dan groter. In plaats van kracht of uithoudingsvermogen te verbeteren, vermindert het kracht en verhoogt het spierspanning en bewegingsbeperking.

De theorie

Bij een (zware) training treedt er in het weefsel microschade op. Dat klinkt ernstig, maar is heel natuurlijk. De spieren moeten werken en bewegen en net als bij alles wat beweegt, treedt er dan slijtage op.

Het lichaam zal hierop reageren door de schade te repareren. En omdat het lichaam het niet fijn vindt als er schade is, zal het lichaam het weefsel nog net iets sterker repareren dan het voorheen was. Net als na een botbreuk legt het lichaam graag een dikke laag bot rond het gewonde gebied om hernieuwd letsel te voorkomen en het beschadigde weefsel te beschermen. (Net als wij doen als iets elke week stuk gaat. Dan verstevigen we het ook met een extra klodder lijm, een extra spijker of een extra stuk tape.)

Dus na deze ‘reparatie’ is het weefsel sterker en beter voorbereid op de volgende training. Maar die reparatie kost tijd. Dat noemen we de hersteltijd. Ga je echter alweer te vroeg een (zware) training doen, zit het lichaam nog midden in dit herstel (de reparatie is nog niet klaar) en zul je dus weer microschade aanrichten voordat het herstel van de vorige training volledig is.
Wanneer de arbeid-hersteltijd verhouding echter goed is, zal het lichaam dus steeds sterker en sterker worden. De training zal dus ook steeds intensiever moeten zijn om de grens van het lichaam op te zoeken. Let wel: We hebben het hier over opbouw over een lange termijn. Heel langzaamaan meer en meer.

Als je dit goed doet, zul je merken dat jouw paard de training steeds beter aankan, de oefeningen gemakkelijker kan uitvoeren en meer kracht en uithoudingsvermogen krijgt.

Hersteltraining

Het is dus van belang dat je paard genoeg kan herstellen na een zware training.

Maar tijd geven om te herstellen is niet hetzelfde als niets doen. Een lichte herstel training helpt het lichaam bij het uitvoeren van het herstel. De beweging en bijbehorende doorbloeding zorgen voor een sneller en beter herstel. 

Dus niet je paard daags na een zware training of wedstrijd stil laten staan maar licht trainen waarbij de nadruk ligt op loswerken in een ontspannen stap, draf en galop. Het hoofd doel is dan de spieren rustig opwarmen en weer soepel maken. Een lekkere rustige bosrit is hier ook ideaal voor omdat dit niet alleen het lichaam van je paard traint, maar ook mentaal goed is voor je paard.

In de grafiek hieronder is de supercompensatie duidelijk weergegeven. Na een zware training is het lijf moe en er eigenlijk slechter aan toe dan daarvoor. Dit is de fase waarin het energieniveau lager is (vermoeidheid) en het lichaam reageert op de ‘afbraak’ van cellen door training.

 

In de herstelperiode (rust) zie je dat de lijn weer stijgt. In deze fase zet het lichaam haar herstelprocessen in gang, worden tekorten weer aangevuld en het weefsel verstrekt. Het lichaam maakt zich klaar voor de volgende training. Na de herstelfase volgt weer de arbeid om zo het gehele proces te herhalen. Wanneer de arbeid-rust verhouding in balans is, behaal je met de training een optimaal resultaat.

De rode lijn geeft de ‘afbraak’ door overtrainen weer. Wanneer er te vroeg weer een zware training gedaan wordt, krijgt het lichaam niet voldoende tijd om te herstellen en zal het punt van supercompensatie niet worden bereikt met een tegenovergesteld effect in de training als resultaat.

Wanneer het lichaam na de supercompensatie fase niet meer wordt geprikkeld, zal de supercompensatie verdwijnen. Het lichaam gaat dan weer terug naar het niveau van voor de supercompensatie. De supercompensatie verdwijnt zo ongeveer met een week. Het is dus van belang tijdig het lichaam weer te voorzien van een trainingsprikkel.

Optimale hersteltijd?

De optimale herstelperiode hangt af van de fitheid van het paard, het opleidingsniveau en de intensiteit van de training. Hoe zwaarder de training, hoe langer het herstel. Gemiddeld kun je hier 2 tot 3 dagen voor nemen. Wanneer je een paard langer dan dat niet traint, valt het paard weer terug naar zijn oorspronkelijke fitheidsniveau.

Belangrijk is dat er echt verschil zit tussen lichte en zware trainingen en dat je de trainingen afwisselt. Niet alleen in intensiteit, maar ook met verschillende trainingsvormen. 

Het beste is om een paard in de herstelperiode wel beweging te geven omdat hiermee de doorbloeding en dus de afvoer van melkzuur wordt bevorderd.

Een ideaal schema voor een getraind paard zou kunnen zijn:

• Dag 1: lichte training
• Dag 2: zware training
• Dag 3: lichte training
• Dag 4: vrij
• Dag 5: lichte training
• Dag 6: zware training
• Dag 7: lichte training
• Dag 8: vrij

Waarbij je dus ongeveer twee keer per week een zware training doet gericht op jouw trainingsdoelen.  De overige dagen zorg je voor voldoende beweging, zonder dat het paard zich echt hoeft in te spannen.

En hoe helpt de Equestic SaddleClip hierbij?

Hoe goed je je trainingsschema ook plant, het kan altijd anders lopen tijdens de training. Soms is een training intensiever (of juist minder) dan gepland vanwege onvoorziene omstandigheden.

De Equestic SaddleClip bewaakt de trainingsintensiteit en geeft deze weer in een mooie grafiek. Op die manier kun je altijd zien hoe intensief je training was en je schema daarop aanpassen.